Het afgelopen decennium leverden groeimarkten prima rendementen op. Dit in
tegenstelling tot de meeste Westerse beurzen, die amper enig rendement
hebben opgeleverd.

Groeimarkten (waaronder die van de BRIC-landen
Brazilië, Rusland, India en China) leverden sinds 2000 een substantieel hoger
rendement op vergeleken met de aandelenmarkten van de ontwikkelde landen. En
voor de groeimarkten, niet voor niets zo genoemd, geldt dat de
groeivooruitzichten ook voor de komende jaren stukken beter zijn. Zo
verwacht het IMF bijvoorbeeld dat de Chinese economie in 2011 met 9,6
procent zal groeien. Voor Europa blijft de groeiprognose steken op gemiddeld
1,7 procent.

En beleggers redeneren nu dat een hogere economische groei zich zal vertalen
in een hogere winstgroei. En dat deze hogere winstgroei zich vervolgens
vertaalt in een hoger aandelenrendement. Een veronderstelling die logisch
lijkt, maar toch niet helemaal klopt…

Groei geen verklaring voor rendement
Uit verschillende onderzoeken
blijkt namelijk dat de verwachte economische groei amper een verklarende
factor vormt voor het rendement van aandelen. Sterker nog, voor zover al van
een verband sprake is, is dit negatief. Met andere woorden: hoe hoger de
verwachte economische groei, hoe lager het rendement van aandelen*

‘Value-aandelen’ (aandelen met bijvoorbeeld relatief lage waarderingen)
leveren op termijn gemiddeld genomen een beter rendement dan ‘groeiaandelen’
(aandelen met relatief hoge waardering). Dit ondanks het feit dat de
daadwerkelijke winstgroei bij value-aandelen vaak een stuk lager ligt dan
bij groeiaandelen het geval is. Belangrijk hierbij is te beseffen dat je als
compensatie voor de lage verwachte winstgroei een korting krijgt in de vorm
van een lagere waardering. Deze korting leidt uiteindelijk tot een hoger
rendement.

Immers, simpel gesteld zijn bij value-aandelen een twee scenario's te
onderscheiden. Of de vrij pessimistische winstgroeiverwachtingen blijken
correct. In dit geval zal de beurskoers min of meer gelijk blijven. Dit
scenario was immers reeds in de beurskoers ingeprijsd. Of de winstgroei valt
uiteindelijk toch mee. In een dergelijk geval kun je van dergelijke
value-aandelen een substantiële koersstijging verwachten.

Bij groeiaandelen geldt precies het omgekeerde. Of de rooskleurige
groeiverwachtingen blijken correct. De beurskoers zal in dit geval maar
weinig bewegen, want daar waren beleggers met de waardering van het aandeel
al vanuit gegaan. Of de optimistische winstgroeiverwachtingen blijken toch
wat minder spectaculair dan verwacht. 'Groeiaandelen' laten in dit geval
nogal eens spectaculaire koersdalingen zien - herinner je de vele
technologieaandelen ten tijde van de internethype.

Afgelopen 10 jaar
Voor de koersontwikkeling van aandelen zijn het anders dan vaak gedacht niet
de absolute economische groeicijfers die er toe doen. Maar juist wél de
waarderingsniveaus en de groeiverwachtingen.

Na een reeks van crises waren rond de eeuwwisseling de groeiverwachtingen voor
nogal wat opkomende landen nogal somber. En eveneens was sprake van vrij
lage waarderingsniveaus. Juist de telkens sterker dan verwachte economische
groei en oplopende waarderingen verklaren de goede beursrendementen van de
opkomende markten sinds het jaar 2000 tot op heden.

Momenteel geldt echter dat zowel de verwachtingen voor economische groei in de
opkomende markten als de actuele waarderingsniveaus zelf een stuk hoger
liggen dan in 2000 het geval was. Een uitgangssituatie die voor toekomstige
aandelenrendementen een stuk minder aantrekkelijk is.

Hoe dan wel op de groeimarkten in te spelen?
Een interessante manier om toch te kunnen profiteren van de economische groei
in de opkomende landen zijn beleggingen in Westerse multinationals. Veel van
deze bedrijven halen een groot - en alsmaar groter wordend - gedeelte van
hun omzet uit de opkomende landen. Denkt u concreet bijvoorbeeld aan
bedrijven als Nestlé, Colgate-Palmolive, Johnson & Johnson of
PepsiCo. Opmerkelijk genoeg gelden voor dit type bedrijven nog altijd
relatief lage waarderingsniveaus.

Beleggers die direct in opkomende markten beleggen, bijvoorbeeld via fondsen,
enkel en alleen omdat zij vanwege de hoge verwachte economische groei ook
een hoog rendement verwachten, begaan een fout. In werkelijkheid blijkt zo'n
relatie namelijk helemaal niet te bestaan. De hoge verwachtingen voor
economische groei en de flink gestegen waarderingniveaus maakt het zelfs
heel wel mogelijk dat de aandelenrendementen in de opkomende landen de
komende jaren juist zullen tegenvallen.

Hendrik Oude Nijhuis heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van 's
werelds beste beleggers en is tevens oprichter van
warrenbuffett.nl
over de beleggingsstrategie van Warren Buffett.

Lees ook:

Hendrik Oude Nijhuis: tips baten belegger niet, strategie
wel

Hendrik Oude Nijhuis: Bernanke straft spaarders

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl